Stroopkoekendeeg
250 g boter (koud)
250 g witte basterdsuiker
50 g ei
450 g (Zeeuwse) bloem
10 g bakpoeder
3 g zout
Kaneelstroop
250 g fijne kristalsuiker
60 g slagroom
35 g keukenstroop
110 g boter (op kamertemperatuur)
1 tl kaneel
Verder nodig
bloem om te bestuiven
(gekartelde) uitsteker van ongeveer 10 cm doorsnede
Bereiding
Meng de boter, de basterdsuiker en het ei door elkaar. Zeef de bloem en het bakpoeder en voeg dit samen met het zout toe. Kneed het geheel tot een samenhangend deeg. Verpak het deeg in plastic folie en laat het een uurtje rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 180°C. Bestuif het aanrecht met een beetje bloem en rol het deeg uit tot ongeveer 2 mm dikte. Steek cirkels uit met de steker en leg deze op een met bakpapier beklede bakplaat. Bak de koeken af in ongeveer 15 minuten en laat daarna de koeken volledig afkoelen, voor je ze gaat gebruiken.
Karamelliseer de suiker op middelhoog vuur, zodat het karamel wordt. Breng daarnaast de slagroom en de keukenstroop samen aan de kook. Blus de karamel al roerende en in kleine delen af met de hete slagroom. Voeg tot slot de boter en de kaneel toe. Meng het geheel op laag vuur tot een gladde stroop. Haal de pan van het vuur en laat de stroop in de pan afkoelen tot pastadikte. Doe een eetlepel van de stroop op een koek en druk hier een tweede koek bovenop. Laat de stroopkoeken afkoelen tot kamertemperatuur.