ZOMERSE VRUCHTENSLOF
125 g boter, koud
100 g witte basterdsuiker
¼ ei, losgeklopt
175 g bloem
1 g zout
1 g baking soda
3 g bakpoeder
½ citroen, rasp
VOOR DE SPIJSROOM
100 g amandelspijs
100 g banketbakkersroom
VOOR DE ZWITSERSE ROOM
100 g banketbakkersroom
200 g slagroom
20 g fijne kristalsuiker
1 - Meng voor het sloffendeeg de boter met de basterdsuiker en het losgeklopte ei. Voeg de bloem, het zout, de baking soda, het bakpoeder en de citroenrasp toe. Kneed alles tot een soepel deeg. Verpak het deeg in plasticfolie en laat het minimaal 1 uur rusten in de koelkast.
2 - Kneed voor de spijsroom de banketbakkersroom in drie keer door de amandelspijs tot een gladde spijsroom. Zet de spijsroom opzij. Verwarm intussen de oven voor op 175 graden. Rol het sloffendeeg uit tot ongeveer 8 mm dikte. Neem een sloffenring (of een ronde ring als je die niet hebt) en steek een plak uit. Leg de plak met ring en al op een bakplaat met bakpapier. Verdeel een dunne laag spijsroom op de deegbodem, maar blijf een centimeter uit de kant. Bak de slof in 15 tot 20 minuten gaar.
3 - Haal de ring meteen van de slof en laat de slof volledig afkoelen.
4 - Klop de banketbakkersroom los en zet even opzij. Klop de slagroom met de suiker stijf. Meng de slagroom voorzichtich door de banketbakkersroom. Nu heb je zwitserse room. Spuit een flinke laag zwitserse room op de slof en werk netjes af met rood fruit.
