Bereidingswijze
Meng de roomboter met de tarwebloem, de witte basterdsuiker, olijfolie en een snuf zout met de bisschopshaak tot het net samenkomt. Voeg 2 eetlepels water toe en meng tot het echt een deeg wordt. Als het droog blijft, kun je nog een extra lepel water toevoegen. Meng niet te lang.
Vorm een schijf van het deeg, verpak in plastic folie en laat in de koelkast 1 uur rusten. Laat het deeg daarna 5 minuten op kamertemperatuur komen en rol het uit op een licht bebloemd werkvlak. Leg het deeg in een taartvorm. Het scheurt een beetje, dat is niet erg. Duw en ‘klei’ gewoon alle stukjes zo dat het precies in de vorm past.
Verwarm de oven op 180 °C. Leg de pruimen met de opengesneden kant omhoog in de vorm. Dat mag lekker dicht tegen elkaar want ze gaan nogal krimpen. Ze passen als het goed is niet allemaal, doe alle pruimen die niet passen in een ovenschaal (ook met de open kant boven). Bestrooi alle pruimen met de poedersuiker en bak circa 40 minuten, tot de pruimen mooi zacht zijn. Als je hele harde pruimen hebt, kan dit iets langer duren.
Haal alles uit de oven en nestel de pruimen die je apart hebt gebakken in de taart, zodat hij mooi gevuld is. Gebruik hiervoor een keukentang, of laat hem even afkoelen, dan kan het met je handen. Serveer met een bolletje vanille-ijs.