Voor het deeg (maak het deeg een dag eerder)
500 g bloem
200 g water
30 g honing
8 g zout
250 g boter (kamertemperatuur)
Voor de vulling
250 g volle melk
150 g fijne kristalsuiker
80 g semolina
1 ei
250 g ricotta
½ tl kaneel
1 vanillestokje (eventueel)
60 g gekonfijte sinaasappelschil
Verder nodig
Pastaroller, pastamachine
Poedersuiker
Bereiding
Begin een dag eerder met het deeg. Meng de bloem met het water, de honing en het zout. Kneed het geheel tot een samenhangend deeg. Het deeg voor sfogliatelle heeft qua structuur veel weg van pastadeeg en is zeker in het begin heel droog en kruimelig. Let op: weersta de verleiding om er water bij te doen. Het komt later echt goed. Kneed ongeveer 8 minuten door met de machine en maak het deeg eventueel wat samenhangender door een paar minuten met de hand te kneden. Verpak het deeg in plasticfolie en laat een uur rusten in de koelkast.
Neem het deeg uit de koeling en verdeel in 5 stukken. Haal elk stuk door de pasta roller en doe dit als volgt:
- Begin op de meest grove stand.
- Vouw het deeg dubbel en haal opnieuw door de roller. Doe dit een keer of 5 of 6 achter elkaar op de grofste stand. Door het telkens dubbel te vouwen en opnieuw door de roller te halen word het deeg gladder van structuur.
- Nu kun je beginnen met het dunner maken van het deeg. Haal het deeg door de roller en zet deze elke keer een stap dunner, tot je uiteindelijk de dunste stand hebt bereikt.
Leg de lange strook deeg op een met bloem bestoven aanrecht. Smeer de hele deeglap in met zachte boter. Het makkelijkst gaat dit door met je duim de boter van het midden naar buiten te wrijven. Als de hele lap bedekt is met een dun laagje kun je gaan oprollen. Werk vanaf de korte kant en rol de lap helemaal op. Verpak strak in plastic folie en laat een nacht rusten in de koelkast.
Maak de volgende dag de vulling.
Doe de melk, de suiker, de semolina en eventueel het merg van een vanillestokje in een steelpan en breng al roerend aan de kook. Zodra het mengsel kookt, zul je zien dat het gaat binden. Blijf goed roeren en gaar het mengsel ongeveer 2 minuten op middelhoog vuur tot een dikke pap. Stort het mengsel in een kom en laat afkoelen tot kamertemperatuur.
Meng afgekoelde het semolinamengsel met de kaneel, het ei en de stukjes gekonfijte sinaasappel tot een egale massa.
Verwarm de oven voor op 190 °C (hete lucht). Bekleed een bakplaat met bakpapier. Neem de deegrolletjes uit de koelkast en snijd deze in plakjes van ongeveer 1,5 cm dik. Duw de binnenkant met je duimen naar buiten, zodat je een soort hoorntje vormt. Leg deze op de bakplaat. Schep met een lepel wat vulling in de hoorntjes en vouw ze dicht. Leg ze op de bakplaat. Bak de sfogliatelle in ongeveer 20 minuten goudbruin en gaar. Laat afkoelen en bestuif ze voor het serveren met wat poedersuiker.